Bij bewegingsdetectie worden opeenvolgende videoframes met elkaar vergeleken en wordt er berekend of er iets is veranderd. Telkens wanneer er beweging wordt gedetecteerd, begint de camera met opnemen en worden ook de twee seconden voorafgaand aan de bewegingsdetectie geregistreerd, zodat de hele gebeurtenis wordt vastgelegd. De camera blijft nog 5 seconden opnemen nadat de beweging is opgehouden.
Standaard neemt elke camera video op wanneer die beweging detecteert. Door alleen beweging op te nemen houdt u schijfruimte over voor belangrijke gebeurtenissen.
Ook is voor elke camera standaard het hele beeld als bewegingszone ingesteld. U kunt de instelling van het gehele beeld echter ook wijzigen en kleinere detectiezones instellen. Hiervoor kunt u 16 verschillende zones definiëren. Kleinere detectiezones kunnen nuttig zijn als u bijvoorbeeld de opname van een drukke weg wilt elimineren en deze wilt beperken tot een specifieke parkeerplaats.
U kunt onder meer de volgende bewegingsinstellingen beheren:
| § | Tot 16 detectiezones instellen |
| § | Een of meer bewegingszones verwijderen |
Verwante onderwerpen