In de Liveweergave speelt Commander de livefeed van elke camera af die met het netwerk is verbonden. Als er meer dan een camera op het videobeveiligingssysteem is geïnstalleerd, krijgt elke camera een nummer toegewezen. Dit nummer bepaalt hoe de camera’s worden weergegeven in de Live- en Afspeelvensters. Er wordt een blauwgroene rand rond het videovenster van de actieve camera weergegeven.
U hebt bijvoorbeeld 4 camera’s die worden weergegeven in vier videovensters. Het laagste cameranummer, dat wil zeggen Camera1, wordt in de linkerbovenhoek weergegeven; Camera2 wordt in de rechterbovenhoek weergegeven; Camera3 wordt in de linkeronderhoek weergegeven en Camera4 in de rechteronderhoek.
U kunt het cameranummer het gemakkelijkst wijzigen door op het weergavevenster van een camera te klikken en het boven op het venster van een andere camera te slepen. Hiermee wordt de cameravolgorde automatisch gewijzigd.
U kunt de cameravolgorde ook als volgt wijzigen:
1. Klik op het optiepictogram in het videovenster voor de gewenste camera.
2. Selecteer ‘Cameravolgorde wijzigen’. Nu wordt het venster Cameravolgorde wijzigen weergegeven.
3. Voer in het veld Nieuw cameranummer de gewenste positie voor de camera in, bijv. 1.
U kunt handmatig een nummer invoeren of de pijltjesknoppen gebruiken om het gewenste nummer te selecteren.